Inzicht in temperamentvolle momenten en wat je kunt doen
Emmertje Vol

Door Jolinde Riezebosch – Manager Pedagogiek en Kwaliteit Kinderopvang SKDD
Vroeger was er op televisie een reclame te zien over ‘Eddy Emmer’. Een spel waarin een robot-emmertje door de kamer rolde, terwijl kinderen er met elkaar probeerden balletjes in te gooien om hem vol te krijgen. Tegelijkertijd blies Eddy dan de balletjes weer uit z’n mond en klonk er op de achtergrond een catchy deuntje:
Hij blaast de ballen, de hele kamer rond
Eddy Emmer – wat hebben we ’n lol
Eddy Emmer: emmertje vol!
(Ken je het nog?)
Wanneer je met je vriendjes Eddy te snel af was door het emmertje vol te krijgen, dan had je gewonnen!
Wat vult de emmer
In de kinderopvang gebruiken we de term ‘emmertje vol’ tegenwoordig ook vaak. Soms lijkt een kind uit het niets heftig te reageren en moeilijk bereikbaar te zijn. De emmer is dan vol, én stroomt over, met alle gevolgen van dien.
Je ziet dit gebeuren; je staat erbij en je kijkt ernaar. Het gedrag roept bij jezelf van alles op en tegelijkertijd wil je het kind zó graag kunnen helpen.
Wat gebeurt er als het overstroomt?
Hoe kun je een kind hierin ondersteunen?
Eva Bronsveld is spreker, trainer en schrijver op het gebied van opvoeding en onderwijs met als specialisatie ‘temperamentvolle kinderen’ Zij beschrijft in haar boek ‘Temperamentvolle kinderen’ dat er verschillende dingen zijn die de emmer van kinderen door de dag heen kunnen vullen:
- Prikkels: harde geluiden, felle lichten, geuren, kleding die niet lekker zit, pijn, temperatuur, maar ook het aanvoelen van de stemming van anderen en sfeer.
- Dingen die moeten: de manier waarop kinderen benaderd worden, verwachtingen die gesteld worden, regels en strijd.

- Overgangen: van spelmoment naar tafelmoment, verandering in de dagelijkse routine zoals van dagopvang of school naar BSO, wijziging van leerkracht of pedagogisch professional (kinderopvangmedewerker).
- Gevoel van afwijzing: te weinig verbinding, te weinig contactmomentjes en minder gezien worden.
- Spannende gebeurtenissen: een verjaardag, uitje of nieuwe groep.
De mate waarin kinderen last hebben van deze factoren verschilt. Zo zal het ene kind sneller last hebben van een volle emmer dan het andere. Eva gebruikt in haar boek hiervoor de term temperamentvolle kinderen: kinderen met een gevoelig karakter, die dingen intens beleven, opmerkzaam zijn en een sterke eigen wil hebben.
Je kunt deze eigenschappen in kinderen herkennen, in mindere of meerdere mate. In kinderen met en zonder diagnose.
6 basiswaarden van SKDD
Het openstaan voor deze verschillende temperamenten én proberen je gedrag hierop af te stemmen, zie je ook terug de 6 basiswaarden van SKDD. Met name bij:
- We staan open voor elkaar
- We voeden elkaars eigenheid
Ieder kind reageert anders en het is onze verantwoordelijkheid om te onderzoeken hoe wij hen het beste kunnen ondersteunen. Want waar Eddy Emmer de balletjes simpelweg weer uitspuugde, hebben kinderen deze vaardigheid vaak nog niet. Hun emmertje raakt daardoor gaandeweg de dag steeds voller.

Het oerbrein geactiveerd
Het proces van vollopen is niet altijd even goed zichtbaar. Het moment waarop de emmer écht overstroomt, zie je wél. Het oerbrein (overlevingsbrein) wordt geactiveerd en andere gebieden in de hersenen waarin sociaal gedrag en rationeel denken plaatsvindt zijn tijdelijk even buiten werking.
Het kind heeft de volwassene heel hard nodig om emoties te kunnen reguleren en rust terug te vinden. Maar het kan tegelijkertijd het tegenovergestelde laten zien: schreeuwen, huilen, roepen en/of fysiek agressief reageren.
Gedrag dat bij jou als volwassene vanbinnen ook een hoop teweeg kan brengen. Je kunt jezelf afvragen ‘waar komt dit ineens vandaan?’, of ‘wat een overdreven reactie, doe even normaal!’ of juist ‘ik heb denk ik iets niet goed gedaan, dit komt allemaal door mij!’
Laten we de zin ‘Eddy Emmer, wat hebben we een lol’ hier dan ook maar even vervangen door het klassieke: ‘woohoohoo, even rustig ademhalen…’
Want wanneer het emmertje eenmaal vol is, moet er iets uit. Hoe of wanneer dit gebeurt, daar heb je vaak weinig invloed op.
Nabijheid, acceptatie en rust
Het belangrijkste is dat je nabij bent (of met het kind afspreekt waar hij of zij is), rustig blijft, het kind niet afwijst en het helpt de rust terug te vinden.
Liever niet vragen waarom het kind zo reageert of hoe het zich voelt en geen preek afsteken. Het heeft op zo’n moment geen zin het kind iets te willen leren of de eigen behoefte en verwachting kenbaar te maken. Het is niet dat het kind dit niet doet om de ander dwars te zitten, of omdat het niet weet hoe zich ‘normaal’ te gedragen.
Het kind kán het op zo’n moment gewoon niet.

Op een later moment wanneer het kind weer rustig is geworden, kan je samen met het kind bespreken wat er is gebeurd. Het kan dan helpend zijn om hier het gevoel te benoemen van het kind: ‘zo, dat was even heel heftig voor je.
‘Ik zag dat je erg boos was.’ En (afhankelijk van de leeftijd van het kind) ook het gevoel van jezelf: ‘Joh, ik schrok er wel even van. Ik wilde je graag helpen maar ik wist even niet goed hoe. Kun jij mij vertellen wat je fijn vindt dat ik doe als je volgende keer weer zo boos bent?’
Onderzoek wat helpend is voor het kind om te kunnen ontladen en de rust te hervinden.
Emmertje legen
Is het dan ook mogelijk om ervoor te zorgen dat de emmer niet meer zo vol raakt, dat hij overstroomt? Nee, dat is niet altijd te voorkomen. Maar lees nog eens terug welke punten ervoor kunnen zorgen dat de emmer volloopt (prikkels, moeten, overgangen, afwijzing, spannende gebeurtenissen).
Door in de dag meerdere rustmomenten in te bouwen, krijgen kinderen de kans hun emmertje tussendoor een beetje te legen, net als Eddy Emmer die zijn balletjes weer uitspuugde.
Pilot ‘Fijn dat je hier bent’ van Eva Bronsveld en Tischa Neve
In 2024 heeft SKDD op een aantal locaties meegedraaid met een pilot van Eva Bronsveld en Tischa Neve (kinderpsycholoog en opvoedkundige). Zij ontwikkelen een traject, speciaal voor de kinderopvang, waarin pedagogisch professionals (de medewerkers op de kinderopvanglocatie) op een praktische manier worden geïnspireerd om samen met hun collega’s aan de slag te gaan met pedagogische inzichten. Direct toepasbaar op de groep. Dit traject sluit heel mooi aan bij waar wij als SKDD voor staan, elkaar écht zien, bijvoorbeeld; hoe verbind je met ieder kind, hoe ga je om met (pittige emoties) en opvallend gedrag en hoe kun je kinderen liefdevol ruimte en duidelijkheid geven.
Bij het samenstellen van bovenstaande tekst hebben we ons laten inspireren door het boek ’temperamentvolle kinderen’ van Eva Bronsveld.